DE BOER ZIJN BESTE KNECHT!
Helaas is het dan vaak onvermijdelijk dat je een regenworm doormidden hakt met je schep. Het is een mythe dat je dan twee regenwormen overhoudt. Hoewel moeilijk te zien, heeft een regenworm wel een kop en een staart. Wanneer de regenworm een deel van zijn staart verliest dan sterft dat deel af, maar kan het deel met de kop overleven en groeit er weer een nieuwe staart aan. En dat is maar goed ook, want regenwormen zijn heel belangrijk.
Ze leven ondergronds omdat het daar vochtiger en koeler is. Ze graven gangen en zorgen er daarmee voor dat de bodem een betere structuur krijgt, waardoor plantjes er beter kunnen groeien en water beter gereguleerd wordt, dus niet te nat, maar ook niet te droog.
Maar een regenworm moet ook eten. Er zijn ongeveer 25 verschillende soorten regenwormen in Nederland en die kun je indelen in twee groepen op basis van hun voedselkeuze. Je hebt grijze regenwormen, die eten bodemdeeltjes en schrapen daar het voedsel van af. Ze zijn over het algemeen wat grauwer gekleurd omdat ze een dunne huid hebben en je het grond wat ze hebben ingeslikt kunt zien.
De andere groep regenwormen zijn de rode regenwormen. Die zijn, zoals de naam al doet vermoeden, donkerrood tot soms wel paarsachtig gekleurd. Dat komt omdat ze in de huid wat meer pigment hebben, dat ze beschermt tegen de zon, want daar zijn regenwormen erg gevoelig voor. En die bescherming hebben ze nodig omdat ze hun voedsel niet ondergronds verzamelen, maar aan het oppervlakte. Daarvoor komen ze dus hun holletje uit en gaan dan op zoek naar dode blaadjes en takjes. Dat trekken ze vervolgens hun holletje in waar ze het verder opeten.
Samen met ander bodemleven zoals schimmels en bacteriën worden die dode plantenresten afgebroken en komen de voedingsstoffen uiteindelijk weer vrij waardoor de levende planten dat weer kunnen opnemen en daardoor nog beter kunnen groeien. Regenwormen creëren dus de ideale groeiomstandigheden voor planten om te groeien! Dat is goed nieuws voor de boer, want die regenwormen die het helemaal voor niks en daarnaast hoeft de boer zelf minder hard te werken.
Regenwormen zijn dus de ideale boerenknechten. Om ze hard aan het werken te krijgen hoef je er alleen maar voor te zorgen dat de bodem niet teveel verstoord wordt, dus niet ploegen of spitten en er ook geen chemische middelen zoals kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruikt wordt. En als de regenwormen tevreden en met velen zijn, dan heb je zulke ingrepen ook helemaal niet nodig.
Wil je zelf regenwormen aan het werk zien, dan kun je ook in je eigen tuin op wormensafari! Daarvoor moet het wel donker zijn, want regenwormen houden niet van zonlicht en komen alleen in het donker naar het oppervlakte. Ze blijven met hun staart in hun holletje en zoeken op de tast naar smakelijke blaadjes.
Wil je ze zien, dan heb je dus een zaklamp nodig en moet je ook heel rustig zijn, want regenwormen schieten bij onraad als een elastiek weer terug in hun holletje. Regenwormen hebben geen ogen, maar wel lichtgevoelige cellen in huid, ze kunnen dus wel onderscheid maken tussen licht en donker.
Regenwormen vind je onder de struiken, maar vooral ook tussen het gras van het gazon. Ze zijn het meest actief als het niet te warm en niet te koud is én het moet ook vochtig zijn. Vochtige omstandigheden zijn van levensbelang voor regenwormen want ze hebben geen longen om te ademen, maar ze ademen door hun huid heen. Daarvoor moet de huid wel vochtig en slijmerig zijn en dus bij droogte kruipen ze dieper in de grond weg. Wanneer het te droog wordt, dan gaan ze in een soort van zomerslaap en leggen ze zichzelf in de knoop, daarmee verliezen ze minder vocht en wachten ze tot de omstandigheden weer vochtiger worden.
Maar je hoeft niet ’s nachts er op uit om het harde werk van regenwormen te zien. Als je overdag goed kijkt, zie je namelijk tussen de tegels of onder de struiken blaadjes en takjes rechtop in de grond staan. Dat is het werk van regenwormen die ’s nachts geprobeerd hebben dat blaadje of takje hun holletje in te trekken, maar er nog niet helemaal in zijn geslaagd.
Download deze informatie voor je spreekbeurt
of