Zelf bioboer worden?
Samen met Ignis, Aer, Terra, Aqua, Juul en Junior leer je hoe je de bodem verzorgt waarop ons eten groeit. In deze film nemen bioboer Gerrit en bodemonderzoeker Jeroen je mee naar een biologische boerderij om de kneepjes van het vak te laten zien.
Kropsla zaaien en oogsten
Dit zijn instructies voor het zaaien en telen van de kropsla zaadjes die je samen met de mooie IK WORD BIOBOER! poster krijgt bij Ekoplaza bij besteding van 25 euro aan boodschappen.
Binnen of buiten zaaien?
Sla kun je vanaf maart binnen in bakken zaaien en verder laten groeien; dan heb je lekker snel een groente. Maar je kunt sla ook vanaf half/eind april buiten zaaien, zodat de planten direct op hun plek staan.
Belangrijke tips:
Begin niet te vroeg. Je kunt altijd beter wat te laat zaaien dan te vroeg. Zaai je binnen te vroeg, dan worden je plantjes lang en slap doordat er nog te weinig licht is. En ben je buiten te vroeg, dan hebben de plantjes het nog te koud om prettig te groeien.
Zaai niet te veel. Bedenk goed hoeveel plantjes je nodig hebt om voldoende te kunnen eten. Je kunt beter telkens een paar planten zaaien dan heel veel planten tegelijk.
Binnen zaaien
Je hebt nodig:
- Potjes en bakjes, bijvoorbeeld opkweekpotjes, lege margarinekuipjes, kwarkbekers. Zorg dat er onderin gaten zitten om te veel water eruit te laten lopen. Wat ook erg goed werkt zijn gebruikte eierdozen.
- Eventueel grotere bakken om de kleine potjes en bakjes in te zetten
- Een zak potgrond of zaaigrond
- Kropsla zaadjes
- Potlood of dun stokje
- Vershoudfolie
- Gietertje
- Plantenspuit
- Naamstekers, etiketten of ijsstokjes
- Watervaste stiften
Dag 1
Stap 1: Potjes vullen
Vul de potjes en bakjes met potgrond en druk het zachtjes aan. De aarde mag tot net onder de rand komen. Druk het niet te hard aan, er moet nog wel lucht in de grond zitten.
Stap 2: Zaaien
Maak kleine gaatjes in de grond met een potlood. De diepte is ongeveer 2 x de grootte van het zaadje. Maak de gaatjes ongeveer 4 cm uit elkaar. Leg 1 zaadje in elk gaatje. Maak de gaatjes weer dicht met een beetje aarde.
Stap 3: Water geven
Om te kiemen hebben de zaadjes water nodig. De grond mag nooit te nat worden, maar moet wel vochtig zijn. Gebruik daarom een plantenspuit om de aarde goed vochtig te maken.
Stap 4: Wat heb je gezaaid
Schrijf met watervaste stift de naam van de groenten die je hebt gezaaid op de naamstekers of etiketten. Steek die in de potjes of plak erop. Dan weet je later nog welke groente waar is gezaaid. Schrijf eventueel ook de zaaidatum erbij of schrijf dat in je moestuinlogboek.
Stap 5: Afdekken
Potjes en bakjes met een open bodem, waar water door kan lopen, zet je in een grotere bak of bijvoorbeeld op een oud dienblad zodat de ondergrond niet vies wordt. Als je een kweekbak hebt, dat is een minikasje voor binnen, zet je de potjes daar in en doe het transparante deksel er op. Heb je geen kweekbak, dan gebruik je het plastic vershoudfolie om de potjes en bakjes af te dekken. Zet je potjes en bakjes op een lichte en warme plek. In de vensterbank bijvoorbeeld.
Vanaf Dag 2
Stap 6: Verzorgen, elke dag
Kijk elke dag even onder het plastic en controleer of de grond niet te droog of te nat is. Is het te droog, geef dan wat water met de plantenspuit. Is het te nat, maak dan een kiertje in het plastic zodat het water kan verdampen. Als het kiemplantje uit de grond komt, dat is na 1 of 2 weken, kan het plastic eraf. Zet de planten nu op een lichte plek die niet te warm is. Kamertemperatuur, maar niet dicht bij de verwarming. Geef af en toe een beetje water. De grond mag niet droog of erg nat worden.
Buiten zaaien
Vanaf april kun je sla en andere groenten buiten zaaien. Je hebt nodig:
- Kropsla zaadjes
- Potlood of dun stokje
- Kleine gieter
- Naamstekers, etiketten of ijsstokjes
- Watervaste stiften
Dag 1
Stap 1: Bodem klaarmaken
Om te zaaien moet de bodem fijn en korrelig zijn. Gebruik je moestuinbakken of potten, vul die dan met potgrond of speciale moestuingrond. Dat is lekker korrelig en bevat ook meststoffen. Vul bestaande bakken eventueel aan met grond en haal onkruid weg. Heb je een moestuin gewoon in de grond, dan heb je wat meer werk. Haal onkruid weg en maak de grond mooi fijn met een spitschep en hark. Is de grond erg zanderig, dan kun je er potgrond aan toevoegen voor meer structuur. Is de grond juist erg kleiig, dan kun je er wat zand door mengen voor meer lucht.
Stap 2: Check de bestemming
Kijk eerst in welk vak je de gaat zaaien. De grond moet vochtig en lekker rul zijn. Geef eventueel alvast wat water en maak harde bonken klein.
Stap 3: Hoe ver uit elkaar?
Elke plant heeft weer andere hoeveelheid ruimte nodig. Voor kropsla kun je ongeveer 15x15cm aanhouden bij het zaaien.
Stap 4: Zaaien
Doe een klein beetje van de zaadjes uit het zakje in een klein bakje. Maak kleine gaatjes in de grond met een potlood. De diepte is ongeveer 2 x de grootte van het zaadje. Leg 1 of 2 zaadje in elk gaatje. Maak de gaatjes weer dicht met een beetje aarde. Peen en spinazie zaadjes strooi je in het geultje. Maak dicht met een beetje aarde.
Stap 5: Water geven
Om te kiemen hebben de zaadjes water nodig. De grond mag nooit te nat worden, maar moet wel vochtig zijn. Gebruik daarom een kleine gieter om de aarde goed vochtig te maken.
Stap 6: Wat heb je gezaaid
Schrijf met watervaste stift de naam van de groenten die je hebt gezaaid op de naamstekers of etiketten. Steek die in de grond. Dan weet je later nog welke groente waar is gezaaid. Schrijf eventueel ook de zaaidatum erbij of schrijf dat in je moestuinlogboek.
Vanaf Dag 2
Stap 7: Verzorgen
Kijk regelmatig of de grond voldoende vochtig is en geef een beetje water. Check of er onkruid tussen de plantjes komt en haal het weg. Als de plantjes te dicht op elkaar komen, dan moet je verspenen of wegknippen. Check of er slakken of ander ongedierte van jouw plantjes snoept en haal ze weg.
Stap 8: Oogsten
Als het goed weer is kun je in mei waarschijnlijk al sla oogsten.
Download de moestuin instructies